Afgelopen jaar (2016) heb ik het grote genoegen gehad om aanwezig te zijn op verschillende fatorria’s in Toscane. Dit was een snoepreis die we onszelf tegoed hebben gedaan voor ons 25-jarig huwelijksjubileum.
Iets van het authentieke leven meemaken in het land waar ik me zo thuis kan voelen, waar we zo graag de wijnen van drinken en de gerechten van proeven.
We zijn te gast geweest bij verschillende families, te beginnen bij een familie met een truffel bedrijf. S’morgens in alle vroegte staan we op om met de jager en zijn hondje de bossen in te gaan om truffels te zoeken. Dit goud uit de bossen wordt vervolgens verkocht of verwerkt in het eigen het familiebedrijf tot tal van gerechten. Er wordt ons, na een ochtend van zoeken en verwerken van de truffels in de Italiaanse keuken, een lunch maaltijd aangeboden waar ik geen woorden voor heb. De knappe Alberto heeft de tafel voor ons gedekt en is benoemd tot onze persoonlijke ober. Na een prachtige schaal Italiaanse hapjes met truffel en een mooi glas rosé volgt een truffel pasta, eigenlijk zo eenvoudig, maar bereid met passie en opgediend met een elan dat ik me alleen daar al door zo geraakt voel. We sluiten af met truffel ijs uit eigen keuken…wat kan ik zeggen, de mensen uit de keuken kijken om de hoek van de deur naar onze gezichten hoe het ons zal smaken. De ontroering die ergens diep van binnen begonnen is zijn weg naar boven te zoeken heeft mijn ogen gevonden. We genieten van de fantastische smaak maar boven alles van deze gastvrije en liefdevolle familie.
Op onze weg naar de volgende fattoria, een kleine, biologische wijnboerderij, komen we in een dorpje de vrolijkste en meest gastvrije slagerij tegen die ik ooit heb gezien. De winkel wordt overstemd door de muziek van Andrea Bocelli, er staat een tafel vol proefhapjes klaar en de eigenaar slooft zich uit om ons zijn connectie met Nederland duidelijk te maken. We krijgen een glaasje wijn aangeboden en wij doen een poging hem duidelijk te maken dat we nog gaan rijden. Er komt een soort meelijwekkende blik op zijn gezicht, de Italiaanse eigenaar snapt het probleem niet. Blijf gewoon wat drinken en wat eten, doe een middagslaapje en maak je niet druk.
Dat is waarvan we denken dat hij het ons duidelijk probeert te maken. We voelen de verleiding maar zijn nog te zeer in onze Hollandse modes om aan dit Italiaanse leven toe te geven. Het Dolce far niente (het gelukzalige nietsdoen) wat deze mensen zichzelf zoveel beter kunnen toe eigenen en waar ze ons onvermogen om eraan toe te geven een beetje om bespotten.
Toch wordt onze doorreis zeer beloond. Als we via de kleine wegen en laantjes dwars door de wijnvelden aankomen bij onze volgende fatorria, wacht de boerin ons op. In de tuin, tussen de wijnranken en olijfbomen heeft zij in de schaduw van de notenboom een tafeltje gezet. Het is gedekt voor twee personen met borden en glazen. Ze is een ware gastvrouw en heeft vijf van de mooiste wijnen op temperatuur gebracht om ons gehemelte mee te strelen. Bij elke wijn heeft ze een specifiek boeren gerecht(je) klaar gemaakt. Ze schenkt ons in en vertelt, in haar zo moeizaam verworven Engels, het verhaal van de gebottelde wijn. Steeds geeft ze ons de ruimte om te proeven en te eten. Ik geniet met volle teugen en heb een hart dat vol loopt om deze traktatie. Haar eigen ongefilterde olijfolie is met recht haar trots en als we de wijngaard enkele dagen daarna verlaten staat er een doos van op onze achterbank.
Wat een leven!
O ja, zeker van keihard werken, van leren aanvaarden waar je geen invloed op hebt, van meebewegen met nieuwe kennis en moderne middelen ondanks dat het in je bloed zit om conventioneel te zijn aan de tradities en gewoontes die je van jongs af aan hebt meegekregen.
Ik kan me, op het moment dat we op weg gaan richting Montepulciano, niet voorstellen dat ik nog meer zal ervaren en beleven dan ik nu heb gedaan. Echter de volgende dag, aangekomen op de geitenboerderij hoog in de bergen bij Montepulciano weet ik dat ik me heb vergist. Via de meest bizarre zandweggetjes, waar we een keer of wat in ze’n achteruit terug moeten van- wegen een tegenligger en door hagen van cipres bomen, komen we boven op de berg aan bij de geitenboerderij. Het uitzicht, van dit ongeschonden deel Italië, is zo ontroerend mooi dat we er samen in stilte van genieten voor ik de fotocamera pak om door de lens dit prachtige landschap vast te leggen.
Gert (die weet dat ik met camera om voorlopig zoet ben) is ondertussen in gesprek geraakt met de eigenaar. Als ik zijn verhaal hoor denk ik aldoor, waar was ik 25 jaar geleden en waarom ben ik deze stoere kerel toen niet tegen gekomen. Voor ons staat een man die enigszins in de punktijd is blijven plakken, met een verhaal van individualisme, vrijheid en autonomie kocht hij voor een luttel bedrag deze boerderij. Zonder gas, water en licht maar met een droom in het hart en een leuke meid met wie hij vier kinderen kreeg en de vervallen hut tot een waar paradijsje heeft gemaakt.
Hoewel ik onze gastheer zeer charmant vind en me al het lekkers wat de boerderij maakt laat welgevallen, verlies ik mijn hart uiteindelijk toch het meest aan de omgeving. Het verbluffende mooie uitzicht over de valleien, de historische boerderijen daarin, het licht wat al door tal van kunstenaars is bezongen en de ongeschonden natuur maken mijn hart stil, verbinden me met het woord eenheid en doen me thuiskomen bij mijzelf.
Als we op een avond in de stad Montepuliciano wat willen gaan eten zien we bij de kerk twee jongemannen die zich oefenen voor het vlag-werpen. In deze streek waar veel tradities in eren worden gehouden heeft elk dorp of stadje wel een Palio. Een Palio is een feest waarop de verschillende wijken van een stad of dorp een wedstrijd met elkaar aangaan. Het vlag-werpen is daar een van. Via de jongens komen we iets buiten de stad in een taverne terecht die is gevestigd in een oud klooster. De eigenaresse is zo verheugd als ze hoort hoe we bij haar terecht zijn gekomen dat we het meest fantastische tafeltje met uitzicht over de stad aangeboden krijgen.
Mijn man, die na al deze dagen van genot, een soort blik in de ogen heeft gekregen van wellust roept in de vrouwelijke eigenaars niet alleen het moederlijke, verzorgende op maar brengt vooral het verleidelijke in haar naar boven. Na een trotse rondleiding door de eigen wijnkelders waarin mijn man slechts alleen in gesprek is met de mooie Italiaanse Camilla worden wij bedolven onder een berg eten en lekkernij. Ik heb geen idee meer van tijd maar duidelijk is dat wij niet meer in staat zijn de auto terug naar de fatorria te rijden. Die nacht slapen we in de villa naast het klooster waar de moeder van Camilla een B&B heeft. Als we de volgende morgen willen afrekenen om terug te keren naar onze fatorria is de familie enigszins teleurgesteld en beledigd. Was er iets niet goed? Het eten? Het slaapvertrek? Wij buigen ons in allerlei bochten om uit te leggen dat geen van deze dingen waar is en dat wij zo verwend zijn en zo dankbaar. We komen er samen uit als we beloven terug te keren en dan vooral familie/vrienden mee te nemen.
De dag daarna rijden we naar de Etruskische kust.
We zullen hier onze laatste wijn fatorria aandoen. Bij dit (voor ons) bekende en mooie Bolgheri wijnhuis zijn we terecht gekomen via de plaatselijke wijnwinkel in Sassenheim die ons bezoek heeft geregeld. Aangekomen nemen we per abuis de verkeerde oprit en verstoren daarmee het leven van het bijenvolk. Ze maken zich reuze kwaad op ons, net nu ze druk zijn de nectar uit de bloemen te halen, we komen zeer ongelegen. Misschien was het deze verkeerde entree, misschien ook niet maar de slaapplaatsen in de fatorria blijken reeds vergeven te zijn. De eigenaar verontschuldigt zich en ziet het als zijn hoogstpersoonlijke verantwoordelijkheid om voor ons te zorgen. Na een uurtje komt hij trots aan. Via een vriend, heeft hij voor ons een drie sterren hotelletje op het Etruskische strand geregeld??? We weten niet of iemand de dupe is geworden van ons bezoek daar, maar wij mogen voor de laatste nachten in dit hotel, op het strand, met openslaande deuren naar de zee logeren.
Die avond wordt ons ook nog eens (ter verontschuldiging???) een vijf gangen diner aangeboden op het strand aan de zee. Wij zitten op de meest romantische plek die de aarde kan bieden, worden bediend door een knappe Italiaanse ober, leren daar de Vermetino wijn drinken terwijl de lucht de meest mooie kleuren aanneemt.
Voor onze laatste avond valt, wandelen wij slechts blootsvoets door het zand naar onze openslaande deuren waarachter ons bed wacht.
Bedankt Italia voor je liefde en schoonheid, bedankt lieve mensen voor al jullie oprechte en hartverwarmende aandacht voor ons.
Kommentare